Opschorting van de betaling

In gebreke blijven van partijen

ARTIKEL 16

In gebreke blijven van partijen

ARTIKEL 16 - Opschorting van de betaling

Indien het werk niet voldoet aan de overeenkomst, dan wel in het geval van niet nakoming, heeft de consument het recht de betaling op te schorten indien aan de daarvoor geldende wettelijke vereisten is voldaan en het op te schorten bedrag in redelijke verhouding staat tot de geconstateerde tekortkoming. Bij voorkeur bericht de consument schriftelijk of elektronisch aan de ondernemer op welke grond de opschorting berust.

COVO2010

erkendvakman.nl

ALGEMENE VOORWAARDEN

(COVO2010)

erkendvakman.nl

snelkeuzen:

06 Verplichtingen van de consument
15 In gebreke blijven van de ondernemer:
14 In gebreke blijven van de consument:
23 Wijziging
19 Klachtenbehandeling
18 Opzegging
01 Definities
21 Geschillenregeling
17 Stillegging van het werk
10 Prijs en betaling
09 Stelposten
13 Aansprakelijkheid na afloop van de serviceperiode
08 Meer- en minderwerk
03 De offerte
07 Onvoorziene omstandigheden
05 Verplichtingen van de ondernemer
20 Bemiddelingsregeling
04 Totstandkoming van de overeenkomst
16 Opschorting van de betaling
02 Werkingssfeer
22 Nakomingsgarantie
12 Serviceperiode
11 Oplevering

TOELICHTING

Opschorting van de betaling

Opschorting van betaling (artikel 16)

De consument heeft volgens artikel 16 van de COVO 2010 het recht om betalingen ter hoogte van een redelijk bedrag op te schorten als het werk niet goed is uitgevoerd.

Dat recht heeft hij ook als hij goede gronden heeft te vrezen dat het werk niet of niet goed zal worden uitgevoerd.

Te denken valt aan een dreigend faillissement van de ondernemer.

Het opgeschorte bedrag moet altijd in een redelijke verhouding staan tot de geconstateerde tekortkoming.

Dat wil zeggen dat de consument er verstandig aan doet om de kosten die verbonden zijn aan het herstel van de tekortkoming door een derde te laten ramen.

Als achteraf immers blijkt dat de consument een te hoog bedrag heeft ingehouden op de betaling dan zal hij de ondernemer de wettelijke rente moeten vergoeden over het gedeelte van het bedrag dat hij ten onrechte heeft ingehouden.

De consument mag alleen zijn betaling opschorten zolang de betalingstermijn van de factuur nog niet is verstreken en indien hij op dat moment een opeisbare vordering heeft op de ondernemer.

Dit betekent het volgende: Opschorten van de betaling is alleen gerechtvaardigd als er al een tekortkoming bij de ondernemer is gemeld voordat de betalingstermijn is verstreken.

Als de consument al te laat is met betalen en daarna pas een tekortkoming meldt, mag de betaling dus niet worden opgeschort.

Bijvoorbeeld: na het verstrijken van de betalingstermijn van de factuur ontdekt de consument dat het verkeerde hang- en sluitwerk is geleverd.

De consument is dan niet gerechtigd om in verband hiermee de betaling van de factuur op te schorten.

De ondernemer hoeft het hang- en sluitwerk pas te leveren nadat hij de betaling van de factuur heeft ontvangen.

In het Burgerlijk Wetboek zijn hierop enkele uitzonderingen opgenomen, zoals in art.80 van boek 6 BW.